Goedele Ghijsen



Bio

Goedele Ghijsen kroop als klein meisje in de kruin van de appelboom om ongestoord te kunnen lezen. Tegenwoordig is haar huis geïsoleerd met boeken. Ze leefde zich bijna 25 jaar uit als leerkracht Nederlands in het 3de en 4de middelbaar, maar omdat ze stilaan gek werd van de schrijfkriebels, ging ze toen ze bijna veertig was opnieuw studeren. Eerst stilde ze haar schrijfhonger bij enkele schrijfopleidingen, nadien genoot ze van de master Jeugdliteratuur.  
Het liefste wat ze doet, is letters zaaien, woorden proeven, zinnen snoeien en verhalen oogsten.  
Intussen is ze overdag auteur en geeft ze ’s avonds schrijfles aan verse schrijvers met een hoofd vol verhalen. 

Weetjes

Wat is je lievelingsboek? Elk boek dat ik net gelezen heb en waarvan ik denk: ‘Zo wil ik ook kunnen schrijven’ is mijn lievelingsboek. Tot ik weer een nieuw exemplaar tegenkom waar ik als schrijver van kan leren.  

Maar als ik echt moet kiezen? ‘Klein Duimpje’ van Wim Hofman. In die versie beslist Klein Duimpje om níet naar huis te gaan, maar met zijn broers en zusje de wijde wereld in te trekken. Hij overwint in de versie van Hofman niet alleen de reus, hij keert zich ook af van zijn vader, van zijn verleden. Hij gaat zijn eigen weg, met aan zijn voeten de zevenmijlslaarzen, waarmee hij verder komt dan hij ooit had durven dromen. Want Klein Duimpje, dat ben ik zelf ook een beetje. Dat kleine meisje dat altijd kruimeltjes strooide om de veilige weg naar huis te vinden en vocht tegen de reuzen in haar hoofd.

In welk boek zou je zelf graag een personage willen zijn? Ik zou graag eens een dag Ronja de Roversdochter (Astrid Lindgren), Matilda (Roald Dahl) of Stach van De Koning van Katoren (Jan Terlouw) willen zijn. Ze overwonnen hun eigen hindernissen, dat wat hen klein hield in hun jeugd, en leerden me allemaal dat je groter mag groeien dan je je eigenlijk voelt. 

Heb je een huisdier met een bijzondere eigenschap? Ik heb twee leeskatten. Zij strijden voor de allerbeste plaats in het huis: als ik mijn fleecedekentje en een boek pak en op mijn leesplekje neerplof, springen ze om het eerst op mijn schoot. Daar draaien ze een paar rondjes om daarna aan hun kattenslaap te beginnen. Vanaf dan moet ik zo stil mogelijk blijven zitten. Zo lees ik ongestoord honderden pagina’s tot ik kramp in mijn benen krijg. Mijn kinderen brengen me zelfs een drankje, omdat ze de slapende kat op mijn schoot zo schattig vinden en het helemaal begrijpen dat ik niet kan rechtstaan.